The Land of the Free, zo worden de Verenigde Staten wel eens genoemd. En toch is dat niet altijd vanzelfsprekend geweest. Ik heb net de film Good Night, and Good Luck bekeken. Een mooie, strak verfilmde prent over de communistenvrees in de decennia net na W.O. II. Wat het extra interessant maakt, is dat het verhaal waar gebeurd is.
McCarthy, Friendly & Murrow
Joseph McCarthy (zie foto), een senator, vervolgde aan de lopende band mensen nadat ze vaak om ongegronde reden beschuldigd waren van communisme. In de USA heerste dan ook een dubbele angst. Enerzijds werden overal communisten gezien, ook als die er niet waren; anderzijds waren veel mensen bang dat ze zelf beschuldigd zouden worden voor iets wat ze bijvoorbeeld voor de oorlog gedaan hadden, toen het nog geen doodzonde was om communistische vrienden te hebben.
Gelukkig liep niet iedereen braaf en gedwee in het rijtje uit angst om zelf beschuldigd te worden. De CBS-reporters Fred Friendly en Edward Murrow gingen in de aanval en namen het niet dat McCarthy in zijn strijd om de vrijheid te bewaren de vrijheid van heel wat mensen beperkte (o.a. 9/3/1954). Dat deden ze uiteindelijk met succes. McCarthy werd ter verantwoording geroepen en moest zelf voor een commissie verschijnen, waar hij ‘veroordeeld’ werd (2/12/1954).
MacLean
Boeiend is het boek dat de Schot Alistair MacLean (zie foto), één van mijn favoriete thrillerauteurs, iets na die periode (1959) schrijft: The Last Frontier, ongetwijfeld zijn meest filosofische werk. Reynolds, een Britse spion, komt terecht in Hongarije, waar hij samenwerkt met een groepje Hongaarse vrijheidsstrijders.
In tegenstelling tot heel wat andere hoofdpersonages uit boeken van die tijd, neemt de leider van de Hongaren een genuanceerde positie in tegenover het communisme. Jansci, de verzetsleider, houdt meermaals in het boek een pleidooi voor verdraagzaamheid, maar hij is daarbij niet eenzijdig. Hij begrijpt veel communistisch gedachtengoed en schetst hun gedrag telkens in de internationale context.
Wanneer Dr. Jennings, een Westerse geleerde die door de USSR gegijzeld werd, bij terugkomst in zijn land bekend wil maken hoe ‘slecht’ de communisten zijn, roept Jansci hem op om vrede te preken, in plaats van haat. Vrede is de enige hoop voor de wereld:
[Die wereld zal nooit] komen zolang onze leiders, regeringen, propagandisten en kranten ons onophoudelijk en hardnekkig voorhouden dat we de andere volken, die deze kleine wereld samen met ons moeten delen, dienen te haten, te vrezen en te verachten. Het nationalistisme van hen die blèren van ‘Wij, het enige volk’, het chauvinistische patriottisme: die vormen het grote kwaad van de huidige wereld, de belemmeringen voor de vrede die geen mens de baas kan worden!
MacLean, Alistair. De laatste grens, 24ste ed. (Amsterdam: De Boekerij, 1959, 2004), 225.
Ik
Uiteindelijk kom ik dan bij mijn eigen leven terecht. Communisten worden niet meer gevreesd, tenminste niet in mijn onmiddellijke omgeving. Wat ik echter wel vaak zie gebeuren, is dat mensen met ietwat andere ideeën gemeden worden.
Ik denk dan heel concreet aan een aantal voorbeelden uit mijn christelijke context. Wat met iemand die niet gelooft in een zesdaagse schepping? Wat met iemand die zich afvraagt of onze huidige evangelisatie geen recht doet aan de volheid van Jezus’ boodschap? Wat met iemand die de positieve elementen uit ‘het sociale evangelie’ durft te plukken en te zeggen dat wij daar als christenen vaak in tekort schieten omdat we te eenzijdig gefocust zijn op het hiernamaals? Is het zo dat wij ook nog bang zijn van mensen die niet exact dezelfde overtuiging hebben? Is het niet veel vaker nodig dat wij onze heilige huizen kritisch bekijken en ons afvragen of het er werkelijk toe doet?
Wat ik heel mooi vind aan zowel Murrow als Jansci, is dat ze heel duidelijk een ideaal voor ogen hebben, maar ondanks dat ideaal, zijn ze niet bereid om kort door de bocht te gaan. Ze willen een eerlijk beeld geven van mensen en ideeën. In de praktijk blijkt dat een idee slecht begrijpelijk wordt in de context waarbinnen zo’n idee ontstaat.
Als lezer, wat zijn ideeën waar jij het moeilijk mee hebt? Hoe ga je daarmee om? Ruimte voor een Land of the Free, of toch maar liever die ideeën geen enkele plaats geven?
(Tussen haakjes, het zal wel duidelijk zijn dat ik zowel de besproken film als het besproken boek een aanrader vind. Geniet ervan!)
Leave a Reply