Op dit moment volg ik het vak Protestant Theological Systems. Daarin bespreken we de belangrijkste stromingen binnen de protestantse traditie (lutheranen, wederdopers – of anabaptsiten -, gereformeerden, anglicanen, baptisten, wesleyanen, dispensationalisten en pinksterchristenen).
Ik vind het boeiend om bezig te zijn met dit onderwerp. Het helpt me om me meer bewust te worden van mijn eigen theologische identiteit, maar ook van het spectrum waarin ik me bevind.Wat heel erg gepromoot wordt in de klas is een “generous” attitude naar andere tradities toe. Dit betekent dat we uitgedaagd worden om – zonder daarbij onze eigen achtergrond/identiteit te verliezen – open te staan voor de verschillende insteken.
Ik weet dat heel veel jonge mensen vandaag eerder denken: “Wat maakt het ook uit? Ik ben gewoon christen!” Hoewel ik hiermee akkoord ben tot op zekere hoogte en ook begrijp vanwaar deze reactie komt (heel vaak een afzetten tegen een superieure houding van oudere generaties over de eigen opvattingen), denk ik tegelijk dat dit niet altijd zinvol is. Sowieso kom je in contact met andere achtergronden en net door een bewustwording van je eigen achtergrond kun je een meer oprechte dialoog voeren. Zonder die achtergrond is een open houding veel moeilijker.
Laat me een voorbeeld geven. Het is heel moeilijk over geloofsdoop (vaak foutief “volwasssendoop” genoemd, alsof kinderen geen geloof kunnen hebben) en verbondsdoop (“babydoop”) te discussiëren, als je niet begrijpt dat de visie op de doop tussen beide opvatting héél erg uiteenloopt. “Babydopers” zien de doop voornamelijk als een opname in het verbond van God (een vervulling* – en dus ook uitbreiding want meisjes worden gedoopt – van de oudtestamentische besnijdenis). Als je als geloofsdoper reageert tegen het feit dat een baby nog niet zelf kan kiezen, dan geef je een argument waarmee de verbondsdopers het helemaal eens zullen zijn, maar voor hen is dat geen argument om niet te dopen. Pas als je die verschillende achtergrond begrijpt, dan kun je een goede discussie hierover voeren. Ik ben zelf nog altijd een voorstander van de geloofsdoop, maar ik begrijp intussen wel waarom de verbondsdoop ook vaak wordt toegepast.
Een volgende keer wil ik het hebben over een specifiek voorbeeld van James K.A. Smith die zijn best doet om als gereformeerde gelovige bijleert van de charismatische beweging.
- Oorspronkelijk stond er “vervanging”, maar dat is aangepast door de opmerking van Kees hieronder. (Waarvoor dank.)
Leave a Reply