Ik maak niet veel diefstallen mee, maar als ik die meemaak, dan bevind ik mij om een of andere reden op of rond de trein én wordt de diefstal verijdeld.
Toen ik vorige vrijdag naar huis ging, kreeg ik een déjà-vu om “u” tegen te zeggen. Een paar maand geleden had ik op de trein naar Schiphol een diefstal meegemaakt en vorig weekend maakte ik iets gelijkaardig mee. Het ging als volgt.
Ik kwam vanuit Leuven met zeven minuten vertraging toe in Brussel-Noord. Beneden in de tunnel passeerde ik twee mannen. De één (een breedgeschouderde, blanke man) hield de ander (een Noord-Afrikaans, ietwat pafferig type) vast. Hij zei iets in de trend van: ‘Ik laat je niet los.’ (In het Frans wel te verstaan.) Dit kon natuurlijk meerdere dingen betekenen:
(1) Het waren twee homo’s in een relatiecrisis. De een had bindingsangst, de ander scheidingsangst.
(2) Het waren een pastoraal medewerker en diens ‘cliënt’. De cliënt wilde een punt achter de begeleiding zetten, maar de pastoraal medewerker vond dat uiteraard te snel.
(3) Het waren een ergotherapeut en een verkeerslachtoffer dat opnieuw moest leren lopen. De ergotherapeut vond dat het tijd was voor een reële context om te oefenen. Het verkeersslachtoffer vond het allemaal een beetje eng en had nood aan steun.
(4) Een beetje racistisch misschien dacht ik: ‘Het zijn een dief en diens slachtoffer die dat net iets te vroeg ontdekte. Helaas voor de dief was het slachtoffer best wel sterk.’
Eerlijkheidshalve moet ik daarbij vertellen dat die zeven minuten me parten speelden. Ik had geen tijd om over deze mogelijkheden na te denken. De vierde mogelijkheid was de enige die spontaan in mij opkwam. De zeven minuten zorgden ervoor dat ik een uur vertraging kreeg. Ik miste namelijk mijn aansluiting naar Ieper. Pech!
Ik ging naar de hal en ging daar op een bankje zitten. Op het rolpad naast me passeerden twee mensen in het blauw: een politieman en -vrouw (en ik hoop oprecht dat u het rijm hebt opgemerkt). Ze liepen in de richting van de tunnel onder de sporen.
Even later kwamen ze terug, je raadt het al, met de twee mannen bij zich. De pafferige man was voortdurend aan het smeken, zoals de dief bij mijn vorige ervaring ook al deed. Opnieuw moet ik eerlijk bekennen dat ik wat medelijden had. Het was te gek voor woorden.
De pafferige man werd gehandboeid meegenomen en de breedgeschouderde man liep er naast. Net voor de man in de boeien geslagen werd, wisselden ze een papiertje uit. Ik vroeg me af waarom precies. Het eerste wat in me opkwam, was dat ze telefoonnummers uitwisselden. Maar waarom dan? Deze mogelijkheden lijken me reëel:
(1) De breedgeschouderde man had net als ik ook medelijden en wou de pafferige man op een pint trakteren als die vrijkwam (over vier maanden, dacht ik erbij).
(2) Het slachtoffer was zelf een ex-dief en wou wat bijles geven aan de dief zodat dit niet meer opnieuw hoefde te gebeuren.
(3) De twee mannen bleken inderdaad homo’s te zijn en zagen er – ondanks hun bizarre eerste ontmoeting – geen graten in de opties open te houden.
Wat het precies geweest is, ik zal het hoogstwaarschijnlijk nooit te weten komen. Ik sluit niets uit. Zelfs niet dat ook homo’s (ex-)dieven kunnen zijn die elkaar beter willen leren kennen bij een pint… een kriekske dan natuurlijk.
Leave a Reply