Zaterdag 05/04
Er was me de vrijdag al iets opgevallen, maar ik had tot de zaterdag nodig om het precies te kunnen plaatsen. Toen ik toekwam in het niet nader bepaalde dorp aan een niet nader bepaald meer, zag ik meteen dat er heel wat schattige beekjes door het dorp liepen. Nu hoeft dat op zich nog niet zo bijzonder te zijn, maar als daar gezellig van die lieve, kleine bruggetjes over liggen, dan begint de gemiddelde Vlaming toch wat verwonderd te worden.
De volgende dag vielen alle stukjes tezamen. En die wil ik graag met u overlopen.
(1) In de eerste plaats hebben we dus de lieve, kleine bruggetjes die gezellig over heel wat schattige beekjes liggen. Dat kan op verschillende dingen duiden. Men zou in eerst aan de romantiek van een stad als Venetië kunnen denken, maar dan slaat men de bal wat mis. In Venetië kun je moeilijk spreken van ‘schattige beekjes’ en de bruggetjes zijn ook een stuk flinker dan het type brug waar ik het hier over heb.
Men zou ook kunnen denken aan de buitenluchtse sfeer van een natuurgebied waar de beekjes olijk en vrolijk de wandelpaden passeren en vaak van die houten constructies te vinden zijn waarmee je met een beetje geluk natte voeten vermijdt. Dat zou geen slechte these zijn, ware het niet dat het soort bruggetjes in natuurgebieden minder fijn zijn uitgewerkt dan het type waarmee ik geconfronteerd werd. Daarbij was de omgeving te bebouwd om over een natuurgebied te spreken.
(2) De huizen leiden tot een tweede argument. Ik werd geconfronteerd met huizen die verdacht op elkaar waren afgestemd. Het was een perfect plaatje. Het lijkt me heerlijk om als autist op te groeien in een dergelijke omgeving. Hoe fout je ook bent gelopen (iets wat natuurlijk niet mogelijk is voor autisten), je blijft in een omgeving die vertrouwd lijkt en hebt dus geen behoefte aan beginnen flippen.
Daar komt bij dat net naast het gebied waar ik voornamelijk vertoefde, onlangs nieuwe huizen gebouwd waren. De dorpelingen spreken over ‘de bungalows’ en dat is een geniale woordkeuze. Ik vind ze niet eens de naam ‘huis’ waardig. Hoewel ze waarschijnlijk gigantisch leuk zijn (dat verzekerde mijn gids me toch), missen ze een zekere charme, wat nu niet bepaald bevorderd wordt door de kille, uniforme bouwstijl.
(3) De straten worden vrolijk in dit geheel ingepast. Het gaat om straten die op het eerste zicht lijken op flink uit de kuiten gewassen voetpaden. Er is op sommige plaatsen trouwens alleen door een kleurverschil in de tegels een onderscheid te maken tussen voetpad en autoweg. Als nietsvermoedende Vlaming ben je dan ook heel verbaasd een auto te zien passeren in dit dorp. Al begrijp je het dan weer perfect wanneer je tot dezelfde conclusie komt als ik (zie supra).
Wanneer je gebruikt maakt van iets als Google Earth, een leuk speelprogrammaatje waarmee je kunt inzoomen op heel wat fijne plekjes, dan merk je dat de geordendheid van de straten geen optische illusie is, maar realiteit. Elk straatje is zorgvuldig uitgetekend en uitgebalanceerd.
Al dit soort kenmerken heb ik maar een paar keer in mijn leven gebundeld gezien en dat was in plekken die men ‘Gran Dorado’, ‘Sun Parks’ en ‘Center Parks’ noemde. Het overlopen van de bovenstaande argumenten leidt mijns inziens dan ook maar tot één conclusie: het niet nader bepaalde dorp is een vakantiepark.
Tot mijn grote verbazing kwam ik de volgende dag te weten dat dit typisch is voor heel Nederland. Je kunt er zelfs een heuse website over raadplegen: http://www.vrom.nl/. Een goedbevriende kennis van mijn gids noemde Nederland zelfs ‘Playmobil-land’. Als Nederlanders dit over hun eigen staat al zeggen, dan lijkt dit mij het ultieme argument om deze post af te sluiten en er u nogmaals op te wijzen: het is één groot vakantiedorp.
Leave a Reply